Uw winkelmandje is leeg
De hete zomer van 1947 bracht iets nieuws naar Roswell, New Mexico, afgezien van het historische contingent van Indianen, Spanjaarden, langhoornvee, chili-boeren en talloze cowboys . Het was iets nieuws! En het kwam niet via het gebruikelijke stoffige spoor, maar eerder vanuit de lucht .
Dit was de zomer waarin de lucht van Roswell, evenals die van heel Amerika, gevuld was met ongeïdentificeerde vliegende objecten: UFO's !
Het eerste rapport kwam op 24 juni 1947, toen piloot Kenneth Arnold meldde dat hij een schijfvormig object met hoge snelheid had zien vliegen nabij Mount Ranier in Washington . Nadat dit rapport was vrijgegeven, werden er in het hele land honderden andere meldingen van ‘vliegende schotels’ gerapporteerd.
Maar Roswell zou de thuisbasis worden van een van deze mysterieuze objecten, waardoor het rustige ritme ervan zou worden verstoord en het een onmiddellijke bestemming zou worden voor allerlei onderzoekers, militairen en nieuwsgierigen, een lot dat tot op de dag van vandaag voortduurt.
Het was 14 juni 1947 toen William " Mack " Brazel naar de JB Foster Ranch reed, die Brazel exploiteerde, om de voorraad te controleren. Hij werd vergezeld door zijn buurman, Floyd, en zijn zoon Loretta Proctor. De twee mannen werden al snel geconfronteerd met een grote hoeveelheid vreemd puin verspreid over een gebied van ongeveer 200 meter.
Brazel was opgebouwd uit glanzende folieachtige materialen, donkergrijze rubberachtige stroken en stukjes van wat op dik papier leek, en wist niet wat hij ervan moest denken.
Terwijl hij het gebied inspecteerde, vond Brazel ook een ondiepe greppel van honderden meters lang die in de grond was gegraven. Maar hij had werk te doen en de vreemde fragmenten negerend bleef hij zijn rondes rond de ranch maken.
Toen hij echter thuiskwam van zijn werk, vertelde hij zijn vrouw erover en een paar weken later, op 4 juli 1847, keerden ze met hun 14-jarige dochter Betty terug naar de plek om een groot deel van het puin op te halen en te brengen. weer thuis.
De volgende dag bracht hij een aantal eigendommen naar de naburige Proctors om ze te laten zien. Het was de eerste keer dat hij hoorde van de vele ' vliegende schotels ' die de lokale bevolking naar verluidt in het gebied had gezien, toen mevrouw Proctor hem opperde dat het misschien een onderdeel van een van deze vreemde voorwerpen zou kunnen zijn.
De volgende maandag, 7 juli, toen hij voor zaken naar de stad reisde, stopte hij bij sheriff George Wilcox en vertelde hem over de ontdekking. Wilcox nam op zijn beurt contact op met het Roswell Army Airfield, dat het hoofd van de inlichtingendienst, majoor Jesse Marcel, en het hoofd van het Roswell Army Counterintelligence Corps, Sheridan Cavitt, op onderzoek uit stuurde.
De twee mannen vergezelden Brazel naar de ranch waar ze een deel van de uitrusting verzamelden voordat ze ermee terugkeerden naar de Roswell-basis. Het leger zette het terrein ook af totdat al het wrak kon worden opgeruimd.
De volgende middag gaf luitenant Walter Haut, openbare voorlichter op Roswell Airfield, op bevel van kolonel Blanchard, basiscommandant, een persbericht uit waarin hij aankondigde dat er “vorige week” een “ vliegende schijf ” was gevonden door een plaatselijke rancher en dat de stoffelijke resten waren door het inlichtingenbureau verzameld voor overdracht naar een "hoger hoofdkwartier".
Rond dezelfde tijd meldde de United Press ook dat bewoners in de buurt van de ranch " een paar dagen geleden, rond 3 uur 's nachts " een vreemd blauw licht hadden gezien. Deze twee rapporten veroorzaakten een massale berichtgevingswoede, waarbij telefoonlijnen in New Mexico, het Pentagon en Washington DC werden overspoeld met verslaggevers die om meer details schreeuwden.
Slechts enkele uren nadat het persbericht was uitgegeven, werd er echter nog een verklaring afgegeven door brigadegeneraal Roger Ramey, het hoofd van de 8e luchtmacht in Fort Worth, Texas, waarin hij beweerde dat de eerste verklaring vals was en dat het teruggevonden voorwerp in feite onwaar was. was niets meer dan een weerballon met een radardoel eraan vast.
Het tweede persbericht verscheen op 9 juli in de pers. Later voegde hij eraan toe dat de ballon een doosvlieger was, bedekt met folie, zonder identificerende markeringen of instrumenten.
Hierop was Brazel verrast. Hij had eerder twee weerballonnen op de ranch gevonden, maar geen van beide leek op het puin dat hij in juni 1947 vond. Naderhand verklaarde Brazel dat hij er spijt van had dat hij de ontdekking niet had gerapporteerd en dat hij het nooit meer zou doen, tenzij er een bom was.
Ondertussen gebeurden er andere vreemde dingen in Roswell. Op een middag ontving het uitvaartcentrum van Ballard verschillende merkwaardige telefoontjes van de militaire basis.
Een jonge begrafenisondernemer genaamd Glenn Dennis nam telefoontjes aan van de officier van het mortuarium van de basis. De soldaat vroeg Dennis hoe hij aan kleine luchtdichte doodskisten kon komen. Hij stelde ook vragen over hoe lichamen die een paar dagen aan de elementen waren blootgesteld, konden worden geconserveerd zonder de weefsels te besmetten.
Dennis, zichtbaar nieuwsgierig, ging die avond naar het basisziekenhuis waar hij verschillende grote stukken van het wrak zag , waaronder bizarre gravures die uit de achterkant van een militaire ambulance staken.
Vervolgens ging hij naar het ziekenhuis en bezocht een verpleegster die hij kende, totdat hij plotseling werd bedreigd door de militaire politie en gedwongen werd het pand te verlaten.
Dennis liet zich niet afschrikken en was van plan de volgende dag de verpleegster te ontmoeten, die hem vertelde dat er verschillende vreemde lichaampjes waren gevonden en foto's voor hem maakte . Een paar dagen later werd de verpleegster naar verluidt overgebracht naar Engeland en zelfs vandaag de dag is haar verblijfplaats onbekend.
Er gebeurden ook andere vreemde dingen.
Toen Bud Payne, een boer uit Corona, probeerde een verdwaald dier op te pakken in het gebied waar Brazel het puin vond, werd hij opgemerkt door troopers en weggeleid. Andere omwonenden die probeerden het puinveld te naderen, werden eveneens afgewezen.
Het omhullende mysterie en de daarmee gepaard gaande controverse begonnen vrijwel onmiddellijk en leidden uiteindelijk in 1994 tot een aantal onderzoeken door particuliere burgers, journalisten en uiteindelijk de luchtmacht.
Volgens één rapport vier dagen lang een ongeïdentificeerd vliegend object
Een ooggetuige, William Woody , die ten oosten van Roswell woonde, bevestigde dit bericht door te stellen dat hij diezelfde avond een glimmend voorwerp op de grond zag vallen. Toen hij zijn vader de crashlocatie liet zoeken, werden ze tegengehouden door soldaten die het gebied hadden afgezet.
Majoor Jesse Marcel, het hoofd van Roswells Army Counterintelligence Corps, die was gestuurd om het verhaal van Mack Brazel te onderzoeken, zou later opmerken dat " iets boven de grond moet zijn ontploft en moet vallen ". Hij beschreef ook het puin en zei dat de folieachtige substantie onverwoestbaar was en een deel van het materiaal als volgt zou beschrijven:
"Ik wist niet wat we ophaalden. Ik weet nog steeds niet wat het was... het kan geen onderdeel zijn geweest van een vliegtuig, of een weerballon of een experimentele ballon... Ik zag raketten... die naar de White Sands Testing Grounds waren gestuurd. Het was zeker geen onderdeel van een vliegtuig, raket of raket."
Een andere latere verklaring van de toen gepensioneerde brigadegeneraal Thomas DuBose, de stafchef van de 8e luchtmacht, zei:
"[Het was] een coverstory. De hele bal hoorde erbij. Dit was het deel van het verhaal dat we aan het publiek en het nieuws moesten vertellen, en dat was het".
Generaal Dubose zou ook zeggen dat hij persoonlijk orders van Washington om een dekkingsoperatie te beginnen.
De inconsistenties in het verhaal waren talrijk. Het staat buiten kijf dat talloze militaire en civiele getuigen zeer verschillende versies gaven van wat ze zagen, en geen daarvan ondersteunde de beschrijving van de weerballon die door de luchtmachtbasis werd uitgezonden.
Als deze twee tegenstrijdige verhalen over het puin nog niet genoeg waren, zouden latere verhalen naar voren komen dat het leger ook een intact buitenaards vliegtuig had teruggevonden, compleet met de lichamen van de buitenaardse wezens. Deze verhalen zijn sindsdien bekend geworden als de ' Area 51 cover-up '.
Er zijn verschillende theorieën naar voren gebracht door UFO-voorstanders, waaronder die van een botsing halverwege de vlucht tussen twee buitenaardse ruimtevaartuigen of dat het vaartuig door de bliksem werd getroffen.
Hoewel de Amerikaanse regering blijft ontkennen dat buitenaardse wezens onze planeet hebben bezocht, gelooft een groot deel van het Amerikaanse publiek dat de aarde door buitenaardse wezens is bezocht en dat Roswell in feite de plaats is van een UFO-crash.
In ieder geval lijdt het geen twijfel dat dit mysterie, evenals UFO's in het algemeen, van fascinerend belang is voor het Amerikaanse publiek en de hele wereld. In 1991 besloten twee van de eerste getuigen die betrokken waren bij het Roswell-incident een museum te openen om het publiek voor te lichten over wat er werkelijk was gebeurd.
Deze twee mannen waren Walter Haut, de openbare voorlichter op het legervliegveld die het eerste persbericht uitgaf, en Glenn Dennis, de begrafenisondernemer van het uitvaartcentrum Ballard, die de vreemde vragen van de legerbasis beantwoordde. De twee getuigen riepen vervolgens de hulp in van Max Littell, een plaatselijke vastgoedontwikkelaar, en drie mannen richtten het museum op.
Het Internationale UFO Museum en Onderzoekscentrum verwelkomde bijna 150.000 bezoekers in de eerste vier jaar dat het in bedrijf was. Het museum, dat zich toelegde op het verzamelen en bewaren van de vele geschreven verslagen van het Roswell-incident uit 1947 en andere onverklaarde verschijnselen die verband hielden met UFO-onderzoek, was in 1996 zo gegroeid dat het de belangrijkste toeristische bestemming van het land, New Mexico, was geworden.
Het jaar daarop werd het museum op een nieuwe locatie geopend, omdat het aantal bezoekers bleef stijgen en interactieve technologieën in het museum werden geïntegreerd.
Een bezoek aan het museum stelt bezoekers in staat niet alleen de geschiedenis van de gebeurtenis te leren kennen, maar ook vermeend puin, beschuldigingen van burgers die worden bedreigd door het Amerikaanse leger, afbeeldingen van UFO's, boeken en ander onderzoeksmateriaal.
Roswell, New Mexico is synoniem geworden met UFO's en onverklaarde verschijnselen en organiseert naast het museum een jaarlijks UFO-festival .
Reacties worden vóór publicatie goedgekeurd.
